Wat ik heb, geef ik u

Afgelopen week las ik in Handelingen 3 over een groot wonder. Een verlamde man kreeg sterke voeten en enkels, stond op en wandelde rond! Lopend en springend en God lovend ging hij mee de tempel in. Jezus Christus was verantwoordelijk voor deze genezing, maar God deed dat door twee gewone mannen: Petrus en Johannes.

De beroemde zin uit Petrus’ mond bleef maar door mijn hoofd gaan: ‘Geld heb ik niet, maar wat ik heb, geef ik u. In de naam van Jezus Christus uit Nazareth, sta op en loop!’ (Hand 3:6).

Hoe meer ik er aan dacht, hoe meer ik verlang ook zo Jezus Christus te dienen. Wat was hun geheim? Lees het in mijn nieuwe blog!

Jezus leeft!

Petrus legde uit wat er gebeurd was in Handelingen 4 vers 10: ‘Nu, wat ik u en het hele volk van Israël moet zeggen, is dit: dat deze man hier gezond vóór u staat, komt door de naam en de macht van Jezus Christus uit Nazareth, die door u gekruisigd werd, maar door God weer levend is gemaakt’.

Als Jezus niet was gekruisigd en weer opgewekt was uit de dood door God, dan had de man nooit genezen kunnen worden!

Hoe werkt dat? God leeft voor eeuwig. Hij kan dus niet sterven. Maar door de mens Jezus van vlees en bloed te worden kon Hij wél sterven. Jezus ging dood voor ons om de dood te overwinnen. Hij kon de dood verslaan, omdat Hij zonder zonde was. De dood kon Hem niet aanklagen, beschuldigen of vasthouden. God wekte Jezus op uit de dood! En omdat Jezus Christus de dood heeft overwonnen heeft Hij van God de hoogste plaats gekregen van alles wat er bestaat. Alles is aan Jezus onderworpen. Hij is de grote Koning! En alles moet buigen voor Zijn grote Naam!

‘Door diezelfde grote kracht is Christus uit de dood teruggekomen om de belangrijkste plaats naast God in te nemen. Nu is Hij hoog verheven boven elk gezag, elke macht, kracht en regering, boven alles waarvoor men respect heeft, niet alleen in deze wereld, maar ook in de wereld die komt. God heeft letterlijk alles aan Christus onderworpen en Hem als hoofd aangesteld over alles, voor de Gemeente’. Efeziërs 1:20‭-‬22, HTB

Wonderbare kracht

Weet je wat Paulus zei over die glorieuze, wonderlijke en ontzaglijk grote kracht die Jezus Christus uit de dood liet opstaan? Dat diezelfde kracht werkzaam is in ons [die in Hem geloven] (Efz. 1:19).

Dezelfde kracht die Jezus opwekte uit de dood leeft in ons!

In Handelingen 2 kunnen we lezen dat Petrus en Johannes de Heilige Geest hadden ontvangen. De Heilige Geest is de glorieuze, wonderbare en ontzaglijk grote kracht van God!

Dus Jezus Christus was de Eerste die door God was opgewekt uit de dood door de kracht van de Heilige Geest. Allen die in Jezus geloven, reinigt Hij van zonde zodat ze ook opgewekt uit de dood kunnen worden door God en de kracht van de Heilige Geest!

Petrus en Johannes hadden dus drie dingen:

– besef van de kracht die in hun leefde;

– de kracht van de Heilige Geest;

– autoriteit/macht door de Naam van Jezus.

Petrus en Johannes hadden macht en kracht van Jezus gekregen om tegen de verlamde man te kunnen zeggen: ‘wat ik heb, geef ik je’. Ze gaven de man een zichtbare uiting van wat hun geopenbaard was door de Heilige Geest. Jezus Christus leeft en geeft leven!

Verlangen

Wij als gelovige hebben ook kracht en macht gekregen van Jezus door de Heilige Geest. Ik geloof het met heel mijn hart. Ik heb de zekerheid van eeuwig leven en een levendige relatie met God. Toch heb ik nog niet zo’n groot wonder meegemaakt en verlang ik er steeds meer naar.

Dus toen zei ik tegen de Heilige Geest: ‘Ik moet nog meer openbaring ontvangen van de kracht die in mij woont!’ En de Heilige Geest antwoordde door Psalm 37 vers 4: ‘Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt’.

Het was opeens glashelder: het is niet eens mijn verlangen, maar Gods verlangen in mijn hart dat ik wandel als Petrus en Johannes! God wil nog veel liever wonderen doen door mij heen dan ik.

Kijk eens wat ik daarna ontdekte in Handelingen 2. Het hoofdstuk voor het mooie wonder van Petrus en Johannes. De discipelen hadden de Heilige Geest ontvangen met Pinksteren. Petrus sprak tot het volk en ongeveer 3000 mensen werden die dag gedoopt. Zij vormde een gemeenschap en gingen als een familie met elkaar om.

‘Elke dag kwamen zij in de tempel bijeen en waren één van hart en ziel. Zij aten bij elkaar thuis, blij en onbezorgd. Zij prezen God en het hele volk was hun goedgezind. En God zorgde dat er elke dag weer nieuwe mensen bijkwamen die gered werden’. Handelingen 2:46‭-‬47, HTB

Petrus en Johannes waren blij en onbezorgd. Ze hadden vreugde in God. Ze genoten van Hem. Misschien heb ik nog geen grote wonderen gezien, maar dat is wat ik ook ga doen: genieten van God!

Heel veel zegen en tot volgende week!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *