Deel 17: God kennen in het Jubeljaar

Het feestjaar van de Heer is begonnen. Met dat feestjaar wordt het Jubeljaar bedoeld dat om de 50 jaar gevierd werd door de Israëlieten. In Leviticus 25 kunnen we lezen dat dit gebod uit het hart van God kwam; slaven werden vrijgelaten, mensen kregen hun grond terug en schulden werden kwijtgescholden. Het Jubeljaar liet als het ware alvast zien wat Jezus later zou komen doen voor alle mensen. Vandaar dat Jezus zegt: ‘Dat is nu werkelijkheid geworden’ (Luk. 4:21). In dit deel van ‘God kennen’ gaan we kijken naar hoe wij kunnen leven in een oneindig jaar waar Gods heil en Gods gunst overvloedig aanwezig is! Lees het op bijbelsedinge.nl

Sabbatjaar

God had de Israëlieten een land gegeven. Zes jaar lang mogen ze op de akkers zaaien en de wijngaarden snoeien en de oogsten binnenhalen. Maar het zevende jaar moest het land rust hebben. Dit werd ook wel een ‘sabbatjaar’ genoemd, net als een ‘sabbat’ een heilige rustdag betekent. Kun je je dat voorstellen? Dat je een jaar lang niet meer hoeft te werken, zonder enig teken van voorziening? God had er natuurlijk een doel mee: Zijn trouw betonen. De Israëlieten konden niet anders dan hun levens in Gods hand leggen en volledig vertrouwen dat Hij alle noden zou voorzien. Maar ze hadden we iets om aan vast te houden, een belofte van God.

‘Misschien vragen jullie je af: ‘Wat moeten we dan in het zevende jaar eten? We mogen niet zaaien en we mogen niet oogsten!’ Ik zal jullie in het zesde jaar zó zegenen, dat de oogst van het zesde jaar groot genoeg zal zijn voor drie jaar. In het achtste jaar mogen jullie weer zaaien. Maar tot het negende jaar moeten jullie nog eten van de oogst van het zesde jaar. Want pas in het negende jaar kunnen jullie eten van wat je in het achtste jaar hebt gezaaid. Dus tot het negende jaar moeten jullie eten van de oogst van het zesde jaar.’
Leviticus 25:20-22, BB

Balans

God was goed voor Zijn volk. Zij ervaarde constant rust in Zijn trouw en voorziening. Maar als iemand toch arm werd en zichzelf als slaaf verkocht, zijn huis of grond heeft moeten verkopen of geld leent en schulden maakte was er toch nog hoop. De Israëlieten moesten zeven keer zo’n rustjaar houden, tot er zeven keer zeven jaren, dus 49 jaren, voorbij zijn. Na het zevende rustjaar begon het Jubeljaar. Het genadejaar van onverdiende gunst ging in toen er op de ramshoorn werd geblazen als signaal van vrijheid, teruggave en herstel! Zo zorgde God voor balans in de samenleving. Op deze manier werd voorkomen dat op den duur een aantal rijke families alle grond bezat, dat armen geholpen werden, slaven goed behandeld werden en iedereen een huis had.

Gods heil

Het Jubeljaar is een beeld van een nieuwe schepping. God stuurde Jezus om de mensen te vertellen dat de tijd van Gods genade en gunst nu is. Jezus is Gods heil; de belichaming van Gods redding voor de wereld (G4992). Door Jezus kunnen we Gods heil ontvangen. Het eerste deel van de betekenis van het woord ‘heil’ is: redding, verlossing, bevrijding en voorspoed. Jezus heeft ons gered van de eeuwige dood, verlost uit de macht van zonde, bevrijd uit de gevangenis van slavernij én gezegend. Vrijgekocht met Zijn bloed is onze schuld afbetaald. In Hem vinden we ware vrijheid. Hij heeft onze identiteit als zonen en dochters hersteld en de positie van autoriteit teruggegeven! Jezus brengt ons weer thuis. Thuis bij de Vader.

Het tweede gedeelte van de betekenis van ‘heil’ is: hulp, toevlucht, schuilplaats en troost. Wie wordt de Helper (Joh. 14:26) en Trooster (Joh. 14:16) genoemd? De Heilige Geest! De Geest van Jezus; Hij die voor eeuwig bij ons blijft. Hij zal ons alles leren over Jezus. En helpt ons bescherming te zoeken bij de Allerhoogste, waar we helemaal veilig zijn, zo veilig als in een schuilplaats (Ps. 91:1-2). Ja, wij ervaren Gods heil door Jezus Christus in de Heilige Geest!

Gods gunst

Dus God heeft in Zijn goedheid een oneindig Jubeljaar ingesteld voor de nieuwe schepping met Zijn heil beschikbaar voor alle mensen. Dat is genade. We kunnen onverdiend leven in vrijheid en herstel door de gunst van God. Maar dat niet alleen – Jezus zegt dat er in het Jubeljaar ook een overvloed aan Gods gunst is. Wat betekent dat? Het Engelse woord voor ‘gunst’ is ‘favour’. Dit komt uit het Griekse woord charis (G5485), wat ook vertaald word als ‘genade’. Dit is de betekenis:

‘De barmhartige goedheid waarmee God zijn heilige invloed op zielen uitoefent;
hen tot Christus keert,
hen bewaart en versterkt,
geloof vergroot,
kennis en genegenheid vergroot en
hen aansteekt tot uitoefening van christelijke deugden’.

Gods gunst komt door genade. Gunst is als het ware het bewijs van genade in iemands leven. God heeft jou uitgekozen en geroepen – al voordat Hij de wereld en jou in de buik van je moeder vormde! En als jij gelooft ontvang je genade, Gods heil. Je bent goedgekeurd en geaccepteerd door God op basis van geloof. Dan ben je een begunstigde van God. Door genade is er gunst op je leven. Jij hebt toestemming gegeven aan God dat Hij invloed uitoefent op je hart en leven. Zijn goddelijke voorspoed, bescherming en hulp is actief en dat weerspiegelt in je leven.

Toenemen in wijsheid

‘En het Kind [Jezus] groeide op en Het werd gesterkt in de geest en vervuld met wijsheid, en de genade [favour] van God was op Hem.’
Lukas 2:40, HSV

‘En Jezus nam toe in wijsheid en in grootte en in genade bij God en de mensen.’
Lukas 2:52, HSV

Jezus was vervuld met wijsheid en de genade was op Hem (Luk. 2:40), maar nam ook toe in wijsheid en genade bij God en mensen (Luk. 2:52). Wij zijn ook vervuld met wijsheid (Heilige Geest) en Gods gunst is op ons. Wat zorgt ervoor dat dat het toeneemt? Wij hebben steeds de keuze om te bepalen hoeveel invloed God kan uitoefenen op ons hart en leven. Zijn we bezig met de dingen van boven? Begrijpen we écht wat God voor ons heeft gedaan? Wat is de kracht van genade? En als je niet weet dat je begunstigd bent door God, hoe kun je het dan herkennen in je leven?

Hoe meer wij gebruiken wat God ons gegeven heeft, hoe meer het zal groeien en ontwikkelen. Vervuld zijn met Gods wijsheid betekent dat God ons vult met alles wat we nodig hebben om ervoor te zorgen dat we Gods wil gehoorzamen en Gods beloften vervuld zien worden. Jezus bestudeerde de Boeken al van jongs af aan. Zo leerde Hij Gods wet en beloften goed kennen. Zoals de Heilige Geest Hem hielp, zo helpt Hij ons. Wijsheid is de combinatie van kennis, vaardigheden en ervaring van uiteenlopende zaken. Als we Gods wil en Gods beloften bestuderen nemen we toe in kennis. Als we de kennis toepassen in de praktijk ontwikkelen we vaardigheden. En als we kiezen voor die leefstijl ervaren we de genade van God in ons leven!

Liefdevolle vriendelijkheid

Toenemen in wijsheid leidt ook naar geestelijke volwassenheid. Genade neemt toe bij God want we geloven, vertrouwen en gehoorzamen Hem meer en meer. Hij kan ons leven gebruiken. Wij gebruiken de juiste voorzichtigheid in de omgang met mensen die [nog] geen discipelen van Christus zijn. En ook dat we met discretie, of soms een onopvallende bescheidenheid de christelijke waarheid delen. Het kan zelfs zo zijn dat we zonder woorden, maar met ons oprechte leven een bewegende afbeelding zijn en Gods natuur communiceren naar de mensen om ons heen.

Van het Griekse woord charis kennen wij ook charme. Dat betekent ook wel aantrekkingskracht. Genade bij mensen neemt toe omdat we mensen worden die aantrekkelijk zijn om mee om te gaan. De goedheid en genade van God maakt ons blij. Van binnen zijn we in Zijn vreugde, vrede en liefde. En van buiten uit zich dat in liefdevolle vriendelijkheid, dankbaarheid, vrijgevigheid en vreugde.

Heel veel zegen en tot volgende week!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *