Van belofte naar zegen. Van zegen naar erfenis en van erfenis naar een heerlijke toekomst! Laat me je meenemen in deel 20 van ‘God kennen’. Lees het op bijbelsedinge.nl
Van belofte naar zegen
God zegende Adam en Eva. Door hun ongehoorzaamheid kwamen ze onder de vloek terecht. God probeerde de mens opnieuw te zegenen door Noach; uiteindelijk was hij ook ongehoorzaam. Toen ging God verder met Zijn plan en maakte een belofte aan Abraham en zijn nageslacht. Hij geloofde God en God zegende hem. Via Abraham kwam de zegen op zijn [beloofde] zoon Izak, via Izak op zijn zoon Jakob, via Jakob op zijn zoon Jozef en via Jozef op het volk Israël. Toen het volk enige tijd later in slavernij terecht kwam in Egypte, hoorde God hen hulpkreten en dacht aan Zijn verbond met Abraham, Izak en Jakob.
Hij gebruikte Mozes om hen te bevrijden. In de woestijn kregen zij via Mozes de wet bij de berg Sinaï. Het volk had weer een keuze: gehoorzamen aan de wet, wat betekent gezegend worden en de wet ongehoorzaam zijn, wat betekent leven onder de vloek. Uiteindelijk werd het volk weer ongehoorzaam. De komst van de wet veranderde niets aan Gods belofte aan Abraham en zijn nageslacht. God wilde nog steeds zegenen.
Toen werd Jezus geboren in het vlees en onder de wet. Hij hield zich aan Gods voorschriften en zondigde niet, dus leefde Hij constant een leven in zegen. Jezus Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden. Dat gebeurde toen Hij aan het kruis genageld werd.
‘Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof’.
Galaten 3:13-14, HSV
Kind en erfgenaam
Nu weten wij dat het nageslacht van Abraham niemand anders is dan Jezus Christus! (Gal. 3:16) En omdat Jezus nooit gezondigd had, kon God Hem opwekken uit de dood. En daarom heeft Jezus ook een erfenis gekregen. Namelijk; het absolute gezag van alles wat in de hemel een aarde is (Ef. 1:10).
Zo kan God iedereen die gelooft als kind aannemen. En omdat we kinderen zijn, heeft God de Geest van Zijn Zoon in ons hart gegeven, zodat we Hem echt kunnen aanspreken met Vader. Wij zijn één met Christus geworden door de doop. En als wij deel van Christus zijn, zijn we ook kinderen van Abraham. Dan is wat God hem beloofde, ook voor ons (Gal. 3:29); niet alleen in dit leven, want een kind van God is erfgenaam tot in eeuwigheid. En een erfgenaam ontvangt door het recht van zoonschap.
‘Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking’.
Romeinen 8:17, NBG51
Van zegen naar erfenis
Abraham was een gezegende man. Hij was financieel voorspoedig en succesvol. Hij had overwinning over problemen en vijanden. Hij had bovennatuurlijk gezondheid, goede kwaliteit van leven en bescherming. Kortom: de zegen van Abraham is Gods bekrachtiging om voorspoedig en succesvol te zijn. En als kind van God – geplaatst in Christus – mag jij nu dezelfde zegen in je leven verwachten als Abraham had.
Laten we het werk van Jezus serieus nemen, voordat we zegen verwachten. Jezus heeft de prijs betaald voor onze ongehoorzaamheid. Uit genade door geloof zijn we gered. Hij heeft ons bevrijd van de vloek van de wet én uit de macht van de zonde. Omdat we verzegeld zijn met de Heilige Geest van de belofte, kunnen we onze redding niet verliezen. Maar wie toch ongehoorzaam is, geeft toegang tot ellende dat voortvloeit uit zonden en kan daardoor niet genieten van de zegen op je leven!
Tweedelige erfenis
‘In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid.’
Efeze 1:13-14, HSV
De Heilige Geest wordt het onderpand van onze erfenis genoemd. Wat betekent dat? Onderpand betekent ook wel: een voorschot of voorproefje. Dat betekent dat wij nog niet de hele erfenis hebben ontvangen. Een voorbeeld. Een minderjarig kind verliest beide ouders in een ongeluk. Zij laten een grote erfenis achter die hij erft. Omdat hij minderjarig is ontvangt hij een deel van de erfenis van een toeziend voogd om in onderhoud en opvoeding te voorzien. Als hij oud genoeg is, mag hij zelf de erfenis beheren. Zo is het ook voor ons. Jezus is onze toeziend voogd en de Heilige Geest is het garantiebewijs voor een heerlijke toekomst die ons nu voorziet in onderhoud en opvoeding. Pas als Jezus terugkomt, kunnen wij genieten van de gehele erfenis.
Dus het eerste deel is in de Heilige Geest en het tweede deel ligt in de toekomst. Hoe voorziet de Heilige Geest nu in ons leven? Hij is onze bekrachtiging van God om voorspoedig en succesvol te zijn. Hij maakt de wil van God bekend, verlicht ons verstand en maakt ons bekwaam om in alle opzichten gelijkvormig te worden naar het beeld van Jezus. In de Heilige Geest zijn we:
- Verzorgd door Gods goedheid;
- Verfrist door Gods genade;
- Verborgen in Gods beloften;
- Verwachtend in Gods aanwezigheid;
- Vreugdevol door Gods gunst;
- Vertroost door Gods liefde en vrede! (Mat. 5:3-11, AMP)
Van erfenis naar heerlijke toekomst
Wij beërven het Koninkrijk en het eeuwige leven dus enkel en alleen in de Heilige Geest en op grond van het volbrachte werk van Jezus. Wat moeten wij doen om de volledige erfenis te ontvangen? Geloven in Christus geeft ons recht om het Koninkrijk binnen te gaan, maar wat wij ontvangen in het Koninkrijk hangt af van de keuzes die wij maken en hoe wij de Here dienen hier op aarde.
Door geloof zijn we een verbond met God aangegaan. Onze oude mens is gestorven met Christus en we zijn met Christus opgestaan in een nieuw leven als een nieuw persoon. We leven niet meer voor onszelf, maar voor God. We hebben Zijn eigendomsstempel ontvangen, de Heilige Geest die ernaar verlangt om de wil van God te doen. We kunnen niet meer leven voor onszelf. Als wij goed met onze redding willen omgaan en de volledige, eeuwige gelukzaligheid van God willen ervaren, moeten we blijven geloven, vertrouwen en verwachten tot de zichtbare wederkomst van Jezus Christus. Amen.
Heel veel zegen en tot de volgende!
Dank je wel !